Blog
Het Rijk heeft 300 miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de aanpak van energiearmoede. Alle gemeenten hebben in 2022 een specifieke uitkering ontvangen, zodat gemeenten huishoudens die te maken hebben met energiearmoede kunnen ondersteunen met energiebesparende maatregelen. Het doel daarvan is om de energierekening te verlagen. Gemeenten hebben tot en met 2024 de tijd om de middelen te besteden. Met de vier tips uit dit artikel helpen we gemeenten graag op weg om energiearmoede aan te pakken.
Wat wil de gemeente concreet met de aanpak van energiearmoede bereiken? En wíe wil de gemeente bereiken? Zowel huurders en woningeigenaren kunnen kampen met energiearmoede, al zijn het in Nederland met name de huurders van corporatiewoningen (75 procent) bij wie deze problematiek speelt.
Daarnaast zijn de kenmerken van de doelgroep belangrijk. Gaat het om huishoudens die een laag inkomen hebben en wonen in een slecht geïsoleerd huis of hoge energiekosten hebben, waardoor ze in energiearmoede leven? Of wil de gemeente zich focussen op huishoudens die nu nog niet in energiearmoede leven, maar die wel in een huis met een lage energiekwaliteit wonen en niet in staat zijn om zelfstandig hun woning te verduurzamen? Deze laatste groep kan de komende jaren door de stijgende energieprijzen namelijk geconfronteerd worden met betalingsproblemen.
Daarbij kan er volgens adviesbureau Over Morgen onderscheid worden gemaakt tussen het energielabel en de mate van vertrouwen in instanties, zoals gemeenten en woningcorporaties. Want energiearmoede doet zich niet alleen voor bij huishoudens met een laag energielabel (D, E, F, G), maar kan ook huishoudens treffen die in een huis wonen met een hoog energielabel (A, B, C). Deze mensen wonen in redelijk tot goed geïsoleerde huizen, maar hebben toch hoge energiekosten. Verder heeft de mate van vertrouwen in instanties van deze huishoudens invloed op de juiste aanpak van energiearmoede in de gemeente.
In Nederland komt energiearmoede vooral voor buiten de Randstad. Juist in het noorden, oosten en zuidoosten van Nederland en voor een deel in Zeeland komt energiearmoede veel meer voor dan in de rest van Nederland. Maar er zijn ook wijken waar veel mensen met energiearmoede wonen in gemeenten waar minder energiearmoede heerst vergeleken met andere delen van Nederland. Hoe zit dat in jouw gemeente?
Met de interactieve energiearmoede kaart van onderzoeksbureau TNO wordt energiearmoede per gemeente en wijk weergegeven. Ook is er een kaart ontwikkeld die de verhouding tussen energiearmoede en woningcorporatiebezit per gemeente en wijk inzichtelijk maakt.
Toch is het voor een gerichte aanpak van energiearmoede noodzakelijk om verder in te zoomen en energiearmoede op straatniveau in kaart te brengen. Om dit te bereiken, is het van belang om de verbinding met het sociaal domein te maken. Zo heeft het team Werk en Inkomen vaak in beeld welke huishoudens in energiearmoede leven, omdat zij mensen begeleiden die moeite hebben om rond te komen. Daarnaast weten stads-, dorp en wijkcoördinatoren wat er speelt in de buurt, omdat zij het aanspreekpunt voor inwoners zijn. Ook welzijnsorganisaties en woningcorporaties vormen een belangrijke bron van informatie.
Neem het voorbeeld van de gemeente Nijmegen. De gemeente wisselde data uit met woningcorporaties, analyseerde waar woningen met slechte energielabels zich bevinden en ging na in welke wijken veel betalingsproblemen zijn. Op deze manier werd het voor de gemeente duidelijk waar de urgentie om energiearmoede aan te pakken het grootst was.
Niet alleen in de aanpak van energiearmoede is de koppeling tussen het fysieke en sociaal domein belangrijk. Over het algemeen geldt dat opgaven op het gebied van duurzaamheid en energie vooral bij het fysieke domein liggen, terwijl ontwikkelingen uit het fysieke domein gevolgen hebben op de leefbaarheid van mensen. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen welke opgaven er spelen in het fysieke en sociaal domein, en na te gaan hoe ruimtelijke en sociale vraagstukken integraal benaderd kunnen worden.
Zo hebben ruimtelijke initiatieven, zoals het verduurzamen van woningen, invloed op de gezondheid van bewoners. Huishoudens die in energiearmoede leven hebben twee keer zo vaak last van lichamelijke en mentale gezondheidsklachten. Voor een effectieve aanpak in het energiearmoedebeleid moet de focus daarom liggen op de gerichte verduurzaming van de gebouwde omgeving: daar waar de energielasten het meeste zullen dalen, en de gezondheidswinst het sterkste zal toenemen. En juist om een antwoord te krijgen op de vraag waar mensen met energiearmoede wonen, is de inbreng van het sociaal domein cruciaal. Kortom, voor een geslaagde aanpak zullen het fysieke en sociaal domein moeten samenwerken.
In de aanpak van energiearmoede voor gemeenten van adviesbureau TAUW wordt gesproken over het prioriteren van maatregelen. Het gaat dan om de vraag welke maatregelen het meest effectief zijn: een beperkt aantal grote maatregelen, zoals isolatiemaatregelen, of een groter aantal kleine energiebesparende maatregelen.
Afhankelijk van de kenmerken van de doelgroep kan in overleg met woningcorporaties een plan van aanpak met passende maatregelen worden opgesteld. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van Over Morgen over de beste aanpak van energiearmoede per doelgroep, gebaseerd op het energielabel en de mate van vertrouwen in instanties.
Mensen die wonen in een huis met een laag energielabel, hebben baat bij een geïsoleerde woning. De gemeente kan huurders en woningeigenaren ondersteunen in het nemen van kleine energiebesparende maatregelen, zoals het dichten van gaten en kieren, het vervangen van gloeilampen en het plaatsen van tochtstrips. De grotere energiebesparende maatregelen kunnen worden uitgevoerd door woningeigenaren. Voor woningeigenaren geldt dat begeleiding in het proces van verduurzamingsadvies tot aan het aanvragen van offertes en subsidies een goede aanpak is. Maar omdat niet alle woningeigenaren voldoende middelen hebben om te investeren in het isoleren van hun woning, is het interessant om te onderzoeken of de gemeente een rol kan spelen in de voorfinanciering van subsidies.
Ook mensen met een hoog energielabel kunnen leven in energiearmoede. Bij deze doelgroep ligt de focus niet op de kwaliteit van de woning, maar op het gedrag van de bewoners en hun energieverbruik. Voorbeelden van maatregelen die passen bij deze doelgroep, zijn de inzet van energiecoaches om energiezuinig gedrag te stimuleren en het uitvoeren van energiescans om de bewoners te laten zien hoeveel energie de apparaten in huis verbruiken. Vervolgens kunnen er cadeaubonnen worden verstrekt om huishoudelijke apparaten en andere grootverbruikers van energie te vervangen. Als blijkt dat huishoudens leven in inkomensarmoede, zullen daarnaast maatregelen nodig zijn om de financiële situatie te verbeteren.
Zoals eerder vermeld, is de mate van vertrouwen in instanties een belangrijk gegeven als het gaat om de slagingskans van de maatregelen die de gemeente inzet. Als de doelgroep weinig vertrouwen in instanties heeft, zijn bewoners lastig te bereiken. Een brief sturen met daarin een aanbod om de energierekening te verlagen zal daarom niet werken.
In dit geval werkt een proactieve benadering in samenwerking met mensen uit het sociale netwerk van de doelgroep goed. Denk bijvoorbeeld aan iemand uit de kerk of het buurtteam. Ook dit onderstreept het belang van een samenwerking met collega’s uit het sociaal domein: zij weten welke contactpersonen de bewoners hebben. Het voorbeeld van de gemeente Nijmegen laat zien dat mensen in een kwetsbare situatie vaak argwaan hebben tegenover de gemeente, en dat maakt het essentieel om met mensen samen te werken die worden vertrouwd door bewoners.
Op de website van Volkshuisvesting Nederland – een initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – zijn meer praktijkverhalen over de aanpak van energiearmoede in verschillende gemeenten te lezen.
Is er binnen de gemeente een plan van aanpak opgesteld, en is de uitvoering van maatregelen de volgende stap? De energieprofessionals van Etran kunnen worden ingezet als coach of adviseur om energiearmoede in de gemeente te bestrijden. Zij voorzien bewoners van energiebesparingsadvies, met als doel om de energierekening te verlagen. Neem contact met ons op en we helpen je verder.
Deel dit artikel:
Ben jij geïnteresseerd in een toekomstbestendige carrière als energieprestatieadviseur in de woningbouw of zoek jij verdieping in je huidige werk? Op woensdag 8 januari en maandag 13 januari 2025 organiseren we om 14.30 uur een online voorlichting over onze opleiding tot energieprestatieadviseur in de woningbouw (EP-W opleiding). Kijk live mee en stel je vragen!
Wil jij impact maken met een duurzame baan, maar weet je niet waar je moet beginnen? In samenwerking met Overijssels Vakmanschap organiseert Etran het duurzame carrièrecafé op woensdag 11 december in Hengelo. Kom tussen 16.00 en 19.30 uur langs voor gratis loopbaanadvies!